Het zal wel net niet zijn wat je zoekt, maar dit heb ik:
(www.schrijfwijze.web-log.nl)
_____________________________________________________________
Sneeuwland
Zon van onder mijn voeten
Stille getuige die fluistert
van leven vóór mijn voeten.
_____________________________________________________________
Zon verliest het
Blauw verstikt haar
Grijs verdringt haar
Heupwiegend groen
Wuift de tonen weg
Temidden van het decor
Aanschouw ik de kleurenstrijd.
_____________________________________________________________
Het riet stond onbewogen langs de vaart
Mijn huis aan
water met zacht
de eerste zon
leven stak haar
kop weer op.
Het water was
gewild geklater
te horen over het
oppervlak de zon
bescheen het geheel.
Eén mens met
hond zich wagend
aan de klauwen
van wind en water
in rood en geel.
IJs had alles
vastgelegd.
Het riet stond
onbewogen
langs de vaart.
_____________________________________________________________
Peinzend kijk ik neer op het water om de boot. Ik zie rimpels op het meisje onder mijn voeten en vraag me af hoe oud ze is. Haar gestalte doet nog zo jong aan. Haar ogen echter, staan alsof ze het leed van vele eeuwen hebben aanschouwd. Ik wil tegen haar zeggen dat het leven nooit zo zwaar kan zijn als ik lees in haar gebogen schouders. Ik wil tegen haar fluisteren over hoop en moed en alle andere mooie dingen die ik ken van vroeger. Ik wil haar sterkte wensen, maar ze wendt haar hoofd af. Ik kijk in de wind en denk na over het meisje dat daar zo onder mijn voeten haar weg vervolgt. Waar zou ze aan denken, vraag ik me af. Wat maakt dat meisje zo ongelukkig?
_____________________________________________________________
Bontjas
Pijnlijk
hoe jij
met de jas
van een ander
loopt te pralen
terwijl jouw leven
is uitgehold
als het beest
om je rug.
_____________________________________________________________
Sublieme vlucht
Wel hoog
deze boom
en ik zo klein.
Mijn moeder
o zo wijs
ben ik met haar
zegt dat ik het kan
maar ik vrees
voor de val.
Als ik kijk naar de anderen
hoe ze zweven
aan mij voorbij
geloof ik niet
dat zij ooit net
zo klein zijn geweest.
Mijn ogen dicht
mama vlakbij
een bange aanloop
mijn adem in
de tak is weg
mijn zekerheid
ver achter me.
Mijn ogen open
eerste de ene
dan de ander
niet te geloven
hoe de wereld
onder me door
voortbeweegt
zonder grond
onder m'n voeten.
_____________________________________________________________
Een greppel
We noemden het
sloot toen en
droomden over
zee.
De kromme
treurwilg schonk ons
gewillig zijn
arm.
Ik sta bij de
greppel maar de
schommel is
weg.
De treurwilg ouder
net als ik glimlacht
en herkent mij in de
zon.
_____________________________________________________________
Wat is waarheid
als de zon
via de maan
lacht naar de zee?
Naar twee
paar benen
zwengelend
verstrengelend
Verliefde cirkels
getrokken door
haar vloeibaar
glazen vlak.
Begint het
in het giechelen
van geliefden dat
weerkaatst in zee?
Stijgt hun liefde
op vanaf het water
totdat het via de maan
de zon oplaadt?
_____________________________________________________________